Anaerobisch versus Aerobisch
Aan de ene kant sturen de hersenen berichten
naar de spieren, maar wat voorziet de spieren van brandstof tijdens
de duizenden samentrekkingen die ontstaan tijdens langdurig fietsen?
Je hebt misschien wel gehoord van de termen aerobisch en anaerobisch.
Deze termen beschrijven twee manieren waarop je spieren energie
krijgen.
Bij een aerobische-beweging worden de spieren
voorzien van zuurstof; ook worden glucose en vetzuren via het
bloed vervoerd om adenosine triphosphate of ATP te produceren.
ATP is de bron die het de spieren mogelijk maakt samen te trekken.
De mogelijkheid om op de aerobische manier te bewegen hangt af
van de aanvoer van zuurstof en brandstofmoleculen (glucose- en
vetzuren) naar je spieren. Dit hangt samen met de inademing en
circulatie waar je hart en longen voor zorgen.
Bij anaerobische oefening werken spieren op
glycogeen (ontstaan uit glucose) die ze omzetten in ATP.Tijdens
dit type van inspannende oefening produceren de spieren energie
zonder zuurstof; het hart-en-vaten stelsel is niet in staat aan
de vraag te voldoen. Er moet een prijs betaald worden om anaerobisch
te bewegen; er ontstaat een afvalproduct, namelijk melkzuur.
Dit zuur zorgt voor het brandende gevoel in je spieren en voor
sneller vermoeide spieren.
Tijdens wedstrijden zijn fietsers zich erg
bewust van hun fysieke grenzen en proberen hun beperkte anaerobische
capaciteit strategisch te gebruiken. Ruthie Matthes zegt:
"Een van de moeilijkste dingen van mountain bike-racen is
het moment dat je een sprint inzet. De eerste persoon die er
vandoor fietst of die een sprong in het veld maakt heeft een
voordeel vanaf het begin van de start dat hij in een anaerobische
zone binnen gaat. Dat kan erg moeilijk zijn. We moeten ons lichaam
trainen om zich daarop in te stellen."
|
Fiets-instituut van Amerika.
Een verhaal van twee kampioenen
.
De training van wielrenners heeft veel veranderingen ondergaan
in de afgelopen honderd jaar, ook zijn de wetenschappelijke en
medische kennis over de athletische prestatie van de mens verbeterd.
Major Taylor, een van de eerste Afrikaans-Amerikaanse wielrenners,
was tussen 1890 en 1900 de snelste wielrenner ter wereld. Wat
niet in de meeste geschiedenisboeken staat is hij ook de best
betaalde athleet van zijn tijd was. Hij werd wel de "Ebony
Streak"(snelle neger), genoemd. Als voorbereiding voor wedstrijden
reed hij lange afstanden, en een matig gewichtheffen voor algemene
conditie, gevolgd door sprintwerk op de weg nodig voor de kracht
om te winnen. De meeste training van Taylor wordt geleid door
zijn eigen ervaring, als een klein wetenschappelijk gegeven ontstaan
uit de natuur van de prestatie.
Miguel Indurain, de Baskische wielrenner die onlangs ontslag
heeft genomen, won vijf maal de Tour de France achter elkaar,
van 1991 t/m 1995. Hij werd getraind volgens geavanceerde kennis
van fysiologie. Door tegenstanders werd hij "buitenaards"
genoemd door zijn overweldigende kracht en zijn emotieloze houding
tijdens het rijden.
Indurain's training is ontwikkeld door dokters en fysiologen
waarbij zijn prestatie voortdurend werd gecontrolleerd door het
gebruik van hartslag-monitoren, krachtspanning-meters, bloedtesten
en lichamelijke onderzoek. Door nauwkeurige planning, was Indurain
in staat om elk jaar de topconditie te bereiken voor de Tour.
|
|